De Levenscyclusanalyse (LCA) en de Milieukostenindicator (MKI) worden gebruikt in meerdere sectoren, met name in de bouw. Er wordt al volop mee gewerkt. In 2018 startte een Koplopersproject om dit instrument ook in het werkveld openbare verlichting op bredere schaal te introduceren.
Hieronder vindt u informatie over het gebruik van de MKI bij het circulair inkopen van openbare verlichting, met name armaturen.
Door de MKI te vragen, ontstaat er inzicht in de ‘footprint’ van producten en de mate waarin producten circulair zijn. Hierdoor:
Het is belangrijk om de MKI van de hele levenscyclus te vragen (zie afbeelding).
Op die manier:
Mocht u, om wat voor reden dan ook, er voor kiezen om niet de MKI van alle levensfasen uit te vragen, specificeer dan heel duidelijk welke fasen doorgerekend dienen te worden. Indien u dit niet doet, krijgt u getallen die niet met elkaar te vergelijken zijn.
lees minderHet energieverbruik van het armatuur tijdens de gehele levensduur is een belangrijk onderdeel van de MKI (fase B6). Om hier de LCA van te kunnen berekenen, dient u de volgende gegevens aan te leveren:
Meestal wordt de MKI berekend door de leverancier. Deze beschikt over de noodzakelijke gegevens voor fase A1 t/m A3. Als overheid levert u enkele belangrijke variabelen aan, met name voor fase B (zie hierboven).
De leverancier berekent de MKI met behulp van specifieke software. Dergelijke software kost geld en het berekenen van de MKI kost tijd. U kunt er daarom voor kiezen om de leverancier een tegemoetkoming in de kosten te geven. Dit is een manier om de ontwikkeling te stimuleren.
Zodra we een gemiddelde hebben, is het mogelijk om concreet uit te vragen: ‘Ik wil een armatuur met een MKI van maximaal X’. Of: ‘Ik geef een fictieve korting voor een armatuur met een MKI van X-10’. Zo kunnen we, door een steeds lagere MKI te vragen, de markt stimuleren en de circulariteit vergroten.
Om dit te bereiken, is het nodig dat de overheden de MKI van armaturen gaan op vragen. Alleen door voldoende gegevens te verzamelen, kunnen we een ‘gemiddelde’, een referentie, bepalen. En krijgt dit instrument de optimale meerwaarde.
Er zijn verschillende manieren om de MKI te vragen, ook nu er nog weinig referentiewaarden zijn. Welke wijze het beste past, is afhankelijk van uw ambities. En van het soort inkoop. Gaat het om de inkoop van armaturen, of over de aanbesteding van beheer en onderhoud van OVL voor meerdere jaren? Is OVL een klein onderdeel van een veel groter project? Of gaat het om een special of pilot?
In alle gevallen geldt: door resultaten en ervaringen met elkaar te delen, groeit de kennis en wordt het mogelijk om een referentie-MKI te bepalen. Zo worden de mogelijkheden om de MKI in te zetten bij circulair inkopen en aanbesteden steeds groter.
Meer over dit onderwerp leest u in de ‘Handleiding Armaturen & MKI.’